Herinneringen

Van het leven van Irene van voor 1945 is helemaal niets bewaard gebleven, van haar leven daarna vrijwel alles.

Na het overlijden van haar man Kees slibde de woning van Irene dicht. Een ontembare bewaardwang nam bezit van haar. Ze kon niets meer weggooien, alles moest om ondoorgrondelijke praktische redenen worden bewaard. Voor iets, voor iemand, voor ooit.
Nadat haar moeder in 2015 overleed, had Cyrilla de taak om haar huis in Valkenswaard leeg te ruimen. Een klus die vele weekenden in beslag nam en waarbij vrienden, familie en zelfs collega’s te hulp schoten.
Alle persoonlijke dingen – foto’s, ansichtkaarten, brieven, bandrecorderbanden, et cetera – sleepte Cyrilla mee naar huis. Dozen vol. 
Op deze pagina een greep uit de nalatenschap van Irene, steeds voorzien van een citaat uit het boek en een verwijzing naar het hoofdstuk waarin dat citaat is terug te vinden.

Cyrilla zw in haar balletpakje, door moeder vermaakt
12. Lach dan Paljasso

Het balletpakje

Irene was volgens Cyrilla continu bezig rampspoed af te wenden. ‘Ze stond altijd in de overlevingsmodus: de voortekenen zien, op je hoede zijn, tijdig maatregelen treffen, het ongeluk buitensluiten. Dat werd nog erger nadat mijn vader overleed. In haar pogingen om elk denkbaar onheil het hoofd te bieden, voor haarzelf, voor mij, voor de cavia’s, de duif Eefje die ze had gered, het konijn en de hond, bedacht ze zo veel voorzorgsmaatregelen dat het leven

Lees verder »
Het huis waarin Irene opgroeide
1. Er was eens

Het huis

‘Ik stuur je een plaatje,’ zegt Cyrilla. ‘Toen mijn moeder bij mij in de achtertuin woonde, heb ik een kunstenaar op haar aanwijzingen het huis laten tekenen waarin ze is opgegroeid. Ik wilde die eerste elf gelukkige jaren van haar leven weer in haar gedachten brengen, haar fijne kindertijd.’Een paar tellen later ontvang ik een tekening in mijn mail: een groot vrijstaand huis van gele steen met een rood pannendak en een trapje naar de

Lees verder »
Braakliggende grond Gerichtstraße Kalbe
14. Gasthof zur Eisenbahn

Gerichtstraße 28

Een lap braakliggende grond, overwoekerd door onkruid, meer valt er niet te zien op de Gerichtstraße 25. Toch volstaat het voor Cyrilla, zij is in tranen. Hier stond de boerderij van de familie Müller bij wie haar moeder in de oorlog werkte. Iemand troosten, dat is ook een kunst. Sommige mensen kunnen dat, die zuigen het verdriet uit een medemens als het gif uit hun eigen hand na een wespensteek. Ik ben een stuntelige trooster, weet

Lees verder »
Ringboekje bij banden
5. Serendipiteit

Irene spreekt tot tante Cyrilla

‘In de spullen die haar moeder had nagelaten, zocht Cyrilla opnieuw naar aanwijzingen voor haar ware afkomst die ze eerder misschien over het hoofd had gezien en zo stuitte ze wederom op die vier bandrecorderbanden. Op het label van één van die banden, de kleinste, stond duidelijk ‘voor tante Cyrilla’ geschreven, de missiezuster naar wie Cyrilla werd vernoemd. In de plastic hoes zaten drie kladblokblaadjes waarop Kees had getracht de opnamen nauwkeurig bij te houden.

Lees verder »
Irene met twee dames
Epiloog

Dwaalsporen

Dwaalsporen waren er telkens weer en veel meer dan ons lief was tijdens onze zoektocht.Op zoek naar Jan, de grote liefde van Irene voordat zij Kees ontmoette, hoopte Cyrilla dat deze foto haar zou kunnen helpen. Helemaal rechts Irene. Die juffrouw in het midden, dat zou Joke kunnen zijn, de zuster van Jan. En die mevrouw links, die lijkt toch wat ouder. Zou dat de moeder van Jan zijn? Cyrilla werd lid van de Facebookgroep

Lees verder »
Een uniform lezen
10. Beloofd is beloofd

Op zoek naar Jan

In hoofdstuk 10 zijn Cyrilla en ik op zoek naar Jan, de grote liefde van Irene voordat ze Kees ontmoette. Jan vertrok in 1946 als soldaat naar Indië. In de nalatenschap van Irene vonden we onder andere deze foto. Cyrilla had het gevoel dat dit Jan moest zijn.‘Mijn moeder zei dat Jan een marinier was, is dit een mariniersuniform?’ Ik had geen flauw idee, ik ben niet in militaire dienst geweest.We hadden hulp nodig van

Lees verder »
Oudste kaartje dat Irene in Nederland ontving, van Letty van der Aa
10. Beloofd is beloofd

Irene’s allereerste ‘bewijs’ van bestaan

Irene was nog maar een paar weken bij Tante in Den Bosch toen ze met een longontsteking en 41 graden koorts werd opgenomen in het ziekenhuis. Daar werd ze tot tweemaal toe bediend. Acht maanden lag ze in een ziekenhuisbed, vermoedelijk vanaf februari 1946.Het oudste ‘document’ dat we hebben gevonden in haar nagelaten correspondentie is een briefkaart van haar ‘bedvriendinnetje Letty van der Aa’ met daarop een postzegel van anderhalve cent, afgestempeld in Helvoirt op

Lees verder »
Kleding van meisjes die hun Pflichtjarh vervulden
3. Een doolhof van verhalen

Lisa, de Arbeitsmaid

Irene vertelde dat er een klein en tenger meisje Lisa bij Müller kwam werken. ‘Thuis bij haar ouders leefde zij in luxe, met een bediende – ‘een kamenier’ zei Irene – die alles voor haar regelde. Lisa was verplicht om een half jaar op het platteland te werken en ze droeg een uniform met een blauwe jurk, een wit schort en een rode hoofddoek. Slechts één keer per maand mocht ze naar huis en huilend

Lees verder »
Politiebureau Eindhoven grote-berg-7-mei-1929-opening
6. Een rivier van tranen

Cel 11

Weer heb ik Irene op een leugen betrapt. Ze heeft Cyrilla verteld over het verhoor op het politiebureau in Eindhoven in 1945. Destijds woonde ze bij het gezin van Joke en haar grote liefde Jan en ze werd mogelijk verraden door iemand uit de buurt. Ze zat in cel 11 en werd langere tijd verhoord. Of ‘langere tijd’ uren of dagen betekende, dat vertelde ze nooit.‘Dat politieverhoor,’ zei Cyrilla tegen haar, ‘misschien bestaat daar nog

Lees verder »
Irene en haar medepatiënten in het sanatorium
19. Drie aftandse feeën

In het sanatorium

Een geluk bij een ongeluk kun je het niet noemen, die tbc. Weliswaar ontsnapte Irene door haar ziekte aan de gesel van de Zusters van de Goede Herder, maar in het sanatorium kreeg ze het zo mogelijk nog erger te verduren. Het was eerder een ongeluk bij een ongeluk. Drie lange, lange jaren lag ze in sanatoria in Oisterwijk en Tilburg. Op deze periode van haar leven blikte zij op haar 76ste terug in een

Lees verder »
Het donkergroene schaap-Cyrilla's onzichtbare communiciejurkje
12. Lach dan Paljasso

Cyrilla’s Eerste Heilige Communie

Cyrilla over haar Eerste Heilige Communie: ‘Ik had er zo enorm naar uitgekeken,’ zegt Cyrilla. ‘Ik droomde er al weken van. En ik was zo’n práchtig communicantje. In het wit natuurlijk, ook ik. Mijn moeder kon verschrikkelijk goed naaien en ik had misschien wel het allermooiste communiejurkje van alle meisjes. Maar het kon nog wel frisjes zijn op een zondagochtend in mei, bedacht ze, ik zou kou kunnen vatten, en daarom naaide ze ook nog

Lees verder »
Gasthof zur Eisenbahn
14. Gasthof zur Eisenbahn

Het werkkamp

Aan het woord is Elisabeth Osminsky, een gepensioneerde lerares en lange tijd één van de drijvende krachten achter de heemkundevereniging van Kalbe(Milde). ‘De nazi’s waren doodsbenauwd voor rasvermenging, het Germaanse ras moest zuiver blijven. De Ostarbeiter moesten worden ondergebracht in omheinde en bewaakte kampen. Als ze toch op een boerderij woonden, omdat het niet anders kon, moesten ze altijd in een goed afgesloten ruimte verblijven, in een schuur en zeker niet in huis, en er

Lees verder »
Irene en Cyrilla in 2015
1. Er was eens

Moeder en dochter

Irene overleed in 2015, op 87-jarige leeftijd. De laatste maanden van haar leven woonde ze bij Cyrilla in de achtertuin, in een zorgwoning die zij over het dak van haar huis had laten tillen. ‘Ik heb altijd een hele hechte band met mijn moeder gehad,’ vertelde Cyrilla. ‘Ze deelde alles met mij: wat ze de hele dag had gedaan en wat ze morgen ging doen, alle kwaaltjes, elk bezoekje aan de huisarts, gedoe met tante

Lees verder »